Niemand wil klanten die niet betalen, maar het gebeurt nou eenmaal.
Welk bedrag is oninbaar?
Hoeveel gaan de klanten nog betalen? Hoeveel incassokosten komen daar bij? Het beste is om het per factuur te bekijken.
Kopieer je Open Postenlijst naar een spreadsheet, haal met een formule de BTW eruit (oninbaarheid gaat altijd over het netto bedrag, exclusief BTW) en reken met een percentage het vermoedelijk oninbare deel van de vordering uit.
Rond het totaalbedrag van alle oninbare vorderingen af op tientjes want het is een schatting en geen exact bedrag.
Maak een print van je berekening en bewaar die, als boekingsdocument en als balansspecificatie. Bewaar ook altijd afschriften van correspondentie waaruit blijkt dat de verstuurde factuur inderdaad oninbaar was. Bij controle wil de fiscus dit soort documenten zien.
Een voorbeeld van deze berekening kan je vinden in de Handleiding Spreadsheet, tabblad DubDeb. Je kunt dit bestand downloaden van onze website www.admi365.nl in de download-sectie onderaan rechts.
Een voorbeeld
Bea van de Broek heeft in mei 2016 deze factuur gestuurd:
Werkzaamheden € 1.000,- (geboekt op 8000 - Omzet Diensten BTW Hoog)
BTW 21% € 210,- (geboekt op 1500 - BTW Hoog (af te dragen))
Totaal debiteurbedrag € 1.210,- (geboekt op 1400 - Debiteuren)
De omzet is in de BTW-aangifte over het 2e kwartaal 2016 aangegeven (en die BTW is dus betaald).
Er zijn drie manieren om (deels) oninbare vorderingen op debiteuren af te boeken.
1. Tref een voorziening
De eerste en eenvoudigste manier is om een voorziening te maken. Dan hou je bij je jaarwinst rekening met een tegenvaller (fiscaal: minder winst = minder belasting) maar je Openstaande Posten blijven verder ongewijzigd (dus: aanmaningen etc vermelden nog steeds alle onbetaalde facturen). We boeken de factuur pas af als het 100% zeker is dat deze nooit meer betaald wordt.
Voor de voorziening hebben we een aparte grootboekrekening nodig: de balansrekening 1401 - Voorziening Oninbare Debiteuren. Die valt onder het hoofdstuk 140 - Vorderingen.
We maken een memoriaalboeking van het (vermoedelijk) oninbare deel van de openstaande facturen. Als je al een saldo had staan op 1401 - Voorziening Oninbare Debiteuren, dan boek je alleen het verschil zodat je balanswaarde overeenkomt met het bedrag van je spreadsheet-specificatie.
We boeken de kosten op 4580 - Afschrijving Oninbare Debiteuren. Het zijn Indirecte Kosten die vallen onder het hoofdstuk 450 - Verkoopkosten. Als je in een vorig jaar een voorziening had getroffen en in een volgend jaar betaalt de klant toch netjes, dan heb je in dat laatste jaar dus 'negatieve kosten' op grootboekrekening 4580.
Op je belastingaangifte neem je het saldo van 1400 en 1401 op onder "Vorderingen op Handelsdebiteuren" en noteer je het saldo van 1400 als "Nominaal bedrag" bij diezelfde vraag.
Eind 2016 is Bea's voorbeeldfactuur nog niet betaald. Bea heeft de klant meerdere malen gebeld en steeds beloofde hij dat hij nu snel zou betalen, maar… helaas. Bea schat in de kans dat hij inderdaad nog zijn rekening gaat voldoen op 50%. De BTW krijgt ze altijd terug, dus het bedrag waar ze risico over loopt is die € 1.000,= Omzet. Ze boekt dan:
4580 - Afschrijving Oninbare Debiteuren (debet) € 500,-
1401 - Voorziening Oninbare Debiteuren (credit) € 500,-
Het is uiteraard ook mogelijk om direct alle kosten op 4580 - Afschrijving Oninbare Debiteuren te boeken en die hele 1401 - Voorziening Oninbare Debiteuren niet te gebruiken. Een vereniging die aan het begin van het jaar de contributienota's verstuurd en na drie maanden de wanbetalers royeert als lid (en de contributie afboekt) kan uiteraard ook de oninbare bedragen op rekening 8000 - Contributies afboeken, want er zijn in ditzelfde boekjaar dus minder contributies binnengekomen. Als je echter consequent 4580 - Afschrijving Oninbare Debiteuren gebruikt kan je de afboekingen vergelijken met voorgaande boekjaren.
2. Afboeken van een oninbare factuur
Als je bericht krijgt dat de klant failliet is (of op een andere manier de hoop hebt opgegeven dat je factuur ooit nog betaald gaat worden), dan boek je de factuur af. Let op: pas op het moment dat je de factuur afboekt ga je de boeking maken waardoor je de BTW weer terug krijgt van de belastingdienst.
Je kunt natuurlijk een creditnota maken voor het oninbare bedrag, maar dan krijg je 'negatieve omzet' en ook vaak nog ten laste van het verkeerde jaar. Het is beter om een boeking in het memoriaal te maken en de kosten van de voorziening af te boeken.
Bea boekt dus:
1401 - Voorziening Oninbare Debiteuren (debet) € 1.000,-
1520 - BTW Voorbelasting (debet) € 210,-
1400 - Debiteuren (credit) € 1.210,-
Aan het einde van het jaar gaat Bea opnieuw een opstelling maken van het totaal van oninbare facturen (zoals bij 1. beschreven) dus dan zorgt ze ook voor het juiste saldo op grootboekrekening 1401 - Voorziening Oninbare Debiteuren. In ons voorbeeld stond er al € 500,- op de voorziening (ten laste van het vorige jaar) en in dit jaar komt de rest ten laste van het resultaat (als er verder geen oninbare facturen meer zijn; in dat geval boekt Bea de voorziening per saldo op nul).
3. Een klant betaalt een deel van de factuur.
Stel dat de klant een deel van de factuur betaalt, bijvoorbeeld 800 euro.
Als er een discussie was over de levering of de dienstverlening, dan is Bea blijkbaar akkoord met de 'korting' en zal ze een creditnota maken van het verschil. Als de betaling dan binnen komt kan ze (met een z.g. Split-boeking) de originele factuur en de creditnota tegelijk afboeken tegen het ontvangen bedrag.
Als Bea echter niet akkoord is, dan boekt ze het betaalde bedrag als deelbetaling op de openstaande factuur en dan boekt ze het saldo af als oninbaar.
Het BTW-gedeelte van de factuur en het oninbare gedeelte is altijd evenredig. Je mag niet zeggen "de klant heeft het netto bedrag betaald en de BTW is oninbaar".
In ons voorbeeld, een factuur van € 1.210,- waarvan € 800,- betaald wordt en het restant ad € 410,- wordt afgeboekt, ziet de afboeking in het memoriaal er dus zo uit:
1401 - Voorziening Oninbare Debiteuren (debet) € 338,84
1520 - BTW Voorbelasting (debet) € 71,16
1400 - Debiteuren (credit) € 410,-
Een klant betaalt een factuur die al afgeboekt was.
Als een klant (in een volgend boekjaar) een factuur betaalt die al afgeboekt was, dan kan je die ontvangst het beste op een aparte grootboekrekening boeken, bijvoorbeeld 9100 - Correcties Omzet Vorige Boekjaren. Je kunt ook de ontvangst boeken op 1401 - Voorziening Oninbare Debiteuren, als je dan maar wel aan het einde van het jaar het saldo van de voorziening weer corrigeert aan de hand van de actuele situatie, zoals hierboven staat aangegeven.
Let wel op dat ook hier de BTW deel uitmaakt van het ontvangen bedrag. Als Bea haar factuur uit mei 2016 in december 2016 had afgeboekt als oninbaar en de klant betaalt in 2018 alsnog het hele bedrag, dan zal Bea de ontvangst in het bankboek zo boeken:
1nnn - bank (debet) € 1.210,-
9100 - Correcties Omzet vorige boekjaren (credit) € 1.000,-
1520 - BTW Voorbelasting (credit) € 210,-
In het bankboek kan Bea eenvoudig BTW-code 5 Voorbelasting gebruiken, zodat de BTW automatisch wordt uitgerekend en correct geboekt.